alligatorzine | zine
176
/
C.D. Wright Januari, vragenlijst
vertaald door Kurt Devrese

Colette zei dat schrijven alleen maar schrijven voortbrengt. Waar brengt het jou. En wat bracht je hier.

Welke standaard probeer je te hanteren.

Waarover praten dichters. Waarover moeten dichters praten.

In welke vorm zie jij poëzie stromen, overvloeien, sidderen.

Is er ook maar iets waaruit blijkt dat poëzie in staat is iets te veranderen of alles op zijn kop te zetten.

Over het schilderij White Flower zei Agnes Martin dat ze probeerde uitdrukking te geven aan de gevoelens die we ervaren als we grauwe ganzen zien dalen.

Kan je een ontluikend verlangen onder woorden brengen.

René Char schrijft: Wat kunnen we doen om het schip in de buurt van zijn verlangen te loodsen.

Margaret Avison zegt dat poëzie ontstaat als elk woord geschreven wordt in het licht van alles wat een schrijver weet.

Kan je iets vastleggen. Wat dan ook.

Kan wat je schrijft in een partituur gegoten worden. Kan je beschrijven hoe ze eruit ziet. Kan je beschrijven hoe ze klinkt.

Hoort er een stem bij je gedachten anders dan bij het spreken.

In je herinnering, met welke geur heb je de sterkste associaties. Evan Lavender-Smith schrijft: Bepaalde geuren hebben het vermogen om levensvraagstukken op te lossen... Sophia’s hoofdzweet.

Indien het de bedoeling was jezelf te negeren in wat je schrijft, wat zou je dan op de voorgrond plaatsen.

James Hillman zei: Laat de geschiedenis los, verdiep je in de geografie. Wat zeg jij.

Ben je geobsedeerd door topofilie. (De sterke band die mensen hebben met bepaalde plaatsen, een term geïntroduceerd door W.H. Auden in 1947. Plaatsen kunnen verschillen in de orde van een eenvoudige kamer tot een natie of een continent. Topofilie is een belangrijk aspect van de betekenis of de waarde van het landschap.)

Kan poëzie de poort zijn tot een gemeenschapsgevoel.

Wat poëzie aangaat, schreef Marianne Moore: Ik heb er, eveneens, een hekel aan. Door het echter met een volslagen minachting te lezen, ontdekt men per slot van rekening een marge voor authenticiteit. Wat zeg jij.

Frank O’Hara zei dat poëzie even nuttig is als een machine. Hoe dan.

Beckett zei dat de vorm het moet toelaten om te knoeien.

Kan je iets zeggen over de architectuur van een gedicht.

Over het visuele aspect.

Wat indien een regel gewoon iets was dat je willekeurig afbrak.

Wat is jouw ‘onderzoeksdomein’.

Wat is jouw favoriete watermassa, en waarom.

Onderscheid in iets anders dan een gedicht een patroon dat je zou kunnen gebruiken voor een gedicht. Het kan een vluchtroute zijn, een lokale telefoongids, een lappendeken, een rouletteschijf, een menu, een cargolijst, etc., etc.

Probeer een rapsodie te schrijven uitgaande van een enkel woord.

Heb je bepaalde basisprincipes.

Wat ontbreekt er momenteel aan jouw manier van schrijven.

Hoe zacht weet je te spelen.

Heb je een herkenbaar palet. (Als je niet weet welke kleur te kiezen, neem dan zwart. Picasso).

Altijd tegenwerken, ook jezelf, zei Picasso. Morton Feldman zei, door middel van het negeren, te werken.

Jouw opvattingen omtrent een ‘loopbaan’ als dichter.

Hoe schat je de verhouding van jouw leven tot jouw poëzie in.

Genine Lentine schrijft over haar werkwijze:

I let the leaves
come to the branch
and when the bee is at the
blossom, I listen.
[Ik laat bladeren / aan de tak groeien / en zit er een bij op de / bloesem, dan luister ik.]

En over droogte:

I spread my root hairs and wait.
[Ik spreid mijn wortelhaar en wacht.]

Wat is jouw fysieke belevenis van poëzie.

Wat eist je aandacht op.

Iets over naamwoorden.

Zegt eierplant je iets.

In Practical Water schrijft Brenda Hillman, deels als antwoord op de vraag wat het betekent om een moreel goed leven te leiden: “Ethiek ontstaat aan de rand / van wat we weten / / De kreek gaat ergens hier ondergronds.” Ik word gedwongen om na te denken over mijn eigen toonbeeld, grauwer dan dat van mijn vader.

Los van je roots, meen je bepaalde banden, overeenkomsten, uitgesproken antipathieën te erkennen, een gevoel als schrijver ergens specifiek voor of tegen te zijn.

Emily Dickinson zei dat poëzie haar brief aan de wereld was. Schrijf me.

Ik las volgend gedicht in een of ander tijdschrift zonder de naam van de auteur te noteren. Het beviel me, vooral de laatste strofe:

from DREADLOCKS
              for Jean-Michel Basquiat

All the colors
wired together
so when he
combs his hair
the train explodes
[Alle kleuren / verstrengeld /dus als hij / zijn haar kamt / explodeert de tros]

(Jaren later vond ik de toeschrijving terug: Elaine Equi.)

Maakt de weersgesteldheid iets uit voor poëzie. Is het altijd nacht. Kunnen we rekenen op een loom streepje licht. Mildauw en dromen.

Linda Norton schreef dat ze “in de poëzie belandde / op zoek naar een rustplek, / een plek om formeel te lijden”; Jack Gilbert bemerkte dat poëzie je helpt om doelmatiger te lijden. Wat enige troost biedt.

Water zoekt zijn weg. Poëzie ook. Waar of vals.

Schrijf een zelfportret in minder dan 12 regels. Minder dan 9. Minder dan 3.

Simone Weil schreef dat een in taal besloten geest zich in een gevangenis bevindt.

Maak voor je poëzie gebruik van een kribbe, een geestvervoering, een vlotter, een streng, een vleug adjectieven.

Om terug te komen op de vormkwestie: Czeslaw Milosz zei dat vorm in de poëzie verschillende functies heeft; een ervan is, zoals diepvriezen, het bewaren van minderwaardig vlees. Bedenk betere functies. Specifieer.

“Was ik geen schrijver, dan was ik waarschijnlijk een geoloog. Ik studeerde geologie, bereidde een doctoraat in de paleontologie voor, toen de zacht ogende duistere engel mijn schouder met de vinger aantikte, waarop de arts concludeerde, een melanoom in derde graad, laten we er meteen aan beginnen. In geen tijd was ik mijn milt kwijt, een snoer lymfknopen, een bereknauw huid en spieren rond het schouderblad, en een rechthoekig stuk huid, gestript voor een transplantaat, ter grootte van een City Lights paperback. In het ziekenhuis liggend, met niks dan woorden in mijn hoofd, begon ik me een andere manier voor te stellen om de aarde lief te hebben, en iets te vinden om me overeind te houden,” schreef Forrest Gander als antwoord op de vraag, Was ik geen schrijver...

Ook al waren het maar vissen, aan wat ga je jezelf overeind houden.

Waar gaan we heen van hier, zingt mijn furie.

Denkend aan een gedicht van Arthur Sze dat als volgt begint:

“Fuck you, fuck you,” herhaalde hij bij zichzelf terwijl hij over een onverharde weg reed en de takken van een tamarisk de zijkant van zijn pickup krasten;

Ik vraag me af wat ik zo vermakelijk vind aan deze scheldtirade. In dit geval ligt het deels aan wat direct volgt, de synesthesie inbegrepen:

who hears the night-blooming cereus
unfold a white blossom by the windowsill?
[wie hoort de nachtelijk bloeiende zuilcactus / een witte bloesem ontvouwen bij de vensterbank?]

Ik hou van een scherp contrast, en hij is duidelijk eropuit om dit te bewerkstelligen. Overigens is dit maar een voorbeeld uit een hele resem.

Wil je mij een een geheim vertellen.

Eens de zwaartekracht je overvalt, laat dan jouw vloot van dromen los.

Verkies je warme of koele, gemengde of graduele tinten.

Matthew Arnold zei dat poëzie in wezen een kritiek op het leven is. Ben je het ermee eens dat deze rol is weggelegd voor de poëzie. Wat dan. Geef redenen.

Anthocyanen zorgen ervoor dat een beukenblad paars en en aardbei rood worden. Het pigment komt bij de vertebraten niet voor — what makes you so blue. Toegegeven, kleur is subjectief.








C.D. Wright (1949-2016), afkomstig uit het Ozark-gebergte in Arkansas, was een dichteres. Ze publiceerde meer dan een dozijn boeken, zowel proza als poëzie, waaronder ShallCross (2016), The Poet, The Lion, Talking Pictures, El Farolito, A Wedding in St. Roch, The Big Box Store, The Warp in the Mirror, Spring, Midnights, Fire & All (2016), One With Others (2011) Rising, Falling, Hovering (2008), Like Something Flying Backwards: New and Selected Poems (2007). Met fotograaf Deborah Luster realiseerde ze aantal belangwekkende boekprojecten, zoals het document over gevangen in Louisiana, One Big Self: An Investigation (2003).
Kurt Devrese is kunstenaar en literator. Hij publiceerde een aantal chapbooks en art books. Het onlinetraject kd-wbst focust op zijn multimediale en visuele activiteit. Initiator en editor van Alligatorzine.
/
< C.D. Wright, The Poet, The Lion, Talking Pictures, El Farolito, A Wedding in St. Roch, The Big Box Store, The Warp in the Mirror, Spring, Midnights, Fire & All, Copper Canyon Press, 2016.
/
www.alligatorzine.be | © alligator 2017