zine96

Eliot Weinberger De sterren
Nederlandse vertaling: Kurt Devrese

alligatorzine | zine


De sterren: wat zijn het?                Het zijn hompen ijs die de zon reflecteren;                het zijn drijvende lichtjes op het water achter het transparante hemelgewelf;                het zijn nagels aan de hemel genageld;                het zijn openingen in het grote scherm tussen ons en de zee van licht;                het zijn openingen in de harde schaal die ons behoedt voor de daarachter gelegen vlammenzee;                ze zijn de dochters van de zon;                ze zijn de boodschappers van de goden;                ze hebben de vorm van een wiel, ze zijn condens van lucht waarbij de vlammen van tussen de spaken uitslaan;                ze rusten op kleine zitjes;                ze zijn over de hemel uitgestrooid;                ze zijn loopjongen voor minnaars;                ze zijn samengesteld uit atomen die een leegte doorkruisen en in elkaar verstrikt raken;                ze zijn de zieltjes van overleden baby’s die veranderd zijn in bloemen aan de hemel;                het zijn vogels met brandende veren;                ze bevruchten de moeders van de groten der aarde;                ze zijn het glinsterend concentraat van de geestesadem, gemaakt van het residu van de schepping van zon en maan;                ze zijn het voorteken van oorlog, dood, honger, pest, goede of slechte oogst, de geboorte van koningen;                ze bepalen de prijs van zout en vis;                ze zijn het zaad van alle wezens op aarde;                ze zijn de kudde van de maan, her en der verspreid over de hemel als schapen in een wei, en de maan hoedt hen;                het zijn kristallen bollen en hun beweging veroorzaakt muziek in de hemel;                ze zitten vast en wij bewegen;                wij zitten vast en zij bewegen;                het zijn robbenjagers die hun weg zijn kwijtgeraakt;                het zijn de voetafdrukken van Visjnoe, die over de hemel stapt;                het zijn de lichtjes van de paleizen waar geesten huizen;                ze zijn verschillend van grootte;                het zijn funeraire kaarsen, ervan dromen, is van de dood dromen;                ze zijn, zoals alle materie, opgebouwd uit vier deeltjes: protonen, neutronen, elektronen, neutrino’s;                ze zijn allemaal even groot, alleen bevinden sommige zich dichter bij ons;                ze werken op elkaar in middels vier natuurkrachten: zwaartekracht, elektromagnetische kracht, de sterke en de zwakke kernkrachten;                ze zijn de enige goden en de zon is de belangrijkste onder hen;                het zijn struisvogeljagers, de hele nacht zijn ze onderweg en in de ochtend kruipen ze in de buurt van de zon bij elkaar om het warm te krijgen, wat verklaart waarom we hen dan niet zien;                dauw en vorst dalen van de sterren neer;                koude en warme winden zijn afkomstig van de sterren;                sterren vallen uit de hemel in een maagdenschoot;                ze zijn de sintels van het scheppingsvuur;                ze veranderen nooit;                ze zijn de witte tenten waar het sterrenvolk leeft;                ze zijn de ontelbare ogen van Varuna, die door de hemel rijdt op Makara, die half vogel half krokodil, of half vis half antilope is;                ze zijn voortdurend in verandering;                men moet hen offers brengen opdat het zou regenen;                ze zijn de nimmer-afwezigen, in de gedaante van zwaluwen die zich voeden met de vruchten van de boom der onsterfelijkheid op het eiland in het meer van de groene valk;                ze schitteren, fonkelen, glinsteren, flikkeren;                ze zijn verrukkelijk;                ze zijn de voorbode van het kwaad;                ze zijn de ogen van Thjasse die de lucht in gegooid worden door Thor;                het zijn de witte mieren in het mierennest opgetrokken rond de onbeweeglijke Dhurva, die diep in het woud eeuwig mediteert;                ze zijn een soort hemelse kaas tot licht gekarnd;                ze zijn, ze zijn zonder meer;                de sterren zijn als een reusachtige tuin, en wanneer het leven te kort lijkt om hun ontkiemen, bloei, bladvorming, weelderigheid, afname, verwelken en bederf te onderscheiden, is het omdat er zoveel soorten zijn die voor onze ogen tegelijk alle stadia doorlopen;                wijzelf en alle sterren die we zien, zijn slechts één atoom in een oneindig geheel: een kosmische archipel;                de hemel is als een draaiende molensteen, waarop de sterren als mieren in tegengestelde richting lopen;                de hemel is als de huif van een rijtuig, met de sterren als kralen eroverheen;                de hemel is een vast lichaam en de sterren zijn het permanent opflakkeren van de vulkanen erop;                de hemel is massief lapis lazuli, bezaaid met pyriet, dit zijn de sterren;                elke ster heeft zowel een gewone als een geheime naam;                het enige wat we van hen opvangen, is hun licht;                mensen zullen er nooit in slagen het geheel der sterren te bevatten;                bij een heldere sterrenhemel spreekt de verborgen macht der kennis een naamloze taal;                goedheid en liefde dalen van hen neer;                indien we ons niet in een melkwegstelsel bevonden, zouden we helemaal geen sterren zien;                indien de zwaartekracht niet zo gering was, zouden de sterren kleiner zijn, en indien de sterren kleiner waren, zouden ze niet zo lang gloeien, en indien ze niet zo lang zouden gloeien, zouden wij hier niet zijn;                ze kennen geen toevallig of willekeurig bestanddeel, geen afwijkende of doelloze beweging;                kwaad en ongeluk dalen van hen neer;                hun bestaan is onwaarschijnlijk;                hun oneindige hoeveelheid prikkelt ons om ze te tellen;                hun wonderbaarlijke regelmaat is ongelofelijk en het bewijs dat er een goddelijk plan achter schuilt;                de eeuwige stilte van deze onbegrensde ruimte is beangstigend;                des te onbegrijpelijker het universum lijkt, des te zinlozer het ook lijkt;                alle sterren bewegen en schitteren om precies dat te zijn wat ze zijn: licht geeft licht af, omdat het tot zijn natuur behoort;                kennis van de sterren is van wezenlijk belang voor een begrip van de dichters;                indien sterren geen licht zouden uitstralen, zouden ze exploderen;                na de dood huist de ziel in de sterren: de felle gloed van een nieuwe ster kan er op wijzen dat de ziel van een belangrijke man of vrouw zijn bestemming bereikt heeft;                disaster betekent zoveel als ‘astraal ongeluk’;                de enige verklaring waarom er zo veel sterren zijn die wij niet kunnen zien, is dat God hen schiep voor andere wezens, die verder verwijderd zijn, opdat ook zij de sterren van dichtbij kunnen bewonderen;                we bevinden ons midden in het materiële universum, maar aan de rand van het spirituele universum, en we zijn gedoemd het schouwspel van de hemelse dans op afstand waar te nemen;                in tegenstelling tot de andere dieren is de mens gemaakt om rechtop te lopen zodat hij naar de sterren kan staren;                ginds boven is koning Arthur, wachtend op zijn terugkeer om opnieuw over Engeland te heersen;                ginds is Kuei, de met een lelijk gezicht geboren briljante geleerde;                ginds boven is de kribbe, de mist, de kleine wolk, de bijenkorf;                kijk: de toren van Babel en de zegening der tenten;                ginds boven zijn de struikrovers, en duiven die de goden ambrozijn brengen, en de tweelingruiters van de ochtend;                ginds boven de dochter van de wind, rouwend om haar op zee omgekomen man;                ginds is de machtige rivier, en het paleis van de vijf keizers, het hok van de blaffende honden, de weg van het stro, de weg van de vogels, de slangenrivier van glinsterend stof;                ginds boven zijn de nimfen die rouwen om hun door een wilde beer gedode broer, en hun tranen zijn vallende sterren;                er zijn de zeven Portugese torens, de kokende zee, de plek waar men buigen moet;                kijk: de vertrekkende struisvogels en de terugkerende struisvogels en de twee struisvogels die bevriend zijn;                ginds is Cassiopeia, koningin van Ethiopië, die dacht dat ze mooier was dan de Nereïden, en haar ongelukkige dochter Andromeda, en haar redder Perseus met het hoofd van Medusa bengelend aan zijn gordel, en het monster Ceto, dat hij versloeg, en het gevleugelde paard Pegasus waarop hij reed;                ginds is de stier die de ploegsnede van de hemel trekt;                ginds boven is de met henna gekleurde hand, het meer der volheid, de lege brug, de Egyptische X;                en ooit was er een meisje dat een beer huwde en haar vader en haar broers waren danig ontzet dat ze de beer doodden en dan veranderde zijzelf in een beer en vermoordde haar ouders en joeg haar broers over de bergen en over de rivieren en dreef hen in een boom in het nauw totdat de jongste zijn magische boog oprichtte en elk van de broers hield zich aan een pijl vast en werd de hemel ingeschoten en veranderde in een ster ginds boven;                ginds boven;                ginds boven is de slagerij, de comfortabele stoel, de gebroken schotel, de rotte meloen, het licht van de hemel;                ginds is voerman Hans, die Jezus een lift gaf, en de leeuw die van de maan viel in de gedaante van een meteoor;                ginds boven, eens per jaar, vormen de tienduizend eksters een brug opdat het weversmeisje de rivier van licht kan oversteken en de ossenhoeder kan ontmoeten;                ginds het hoofdhaar van koningin Berenice die haar lokken opofferde voor een veilige terugkeer van haar man;                ginds boven is een schip dat nooit een veilige haven aandoet, en de fluisteraar, hij die huilt, de verlichter van de grote stad, en kijk: de generaal van de wind;                keizer Mu Wang en zijn voerman Tsao Fu, die op zoek ging naar de perziken van het westers paradijs, zijn ginds;                de schone Callisto, veroordeeld door Juno’s jaloersheid, en de godin Marichi die met haar door wilde beren getrokken wagen door de hemel voert;                ginds zijn de zeegeit, de Deense olifant, de lange blauwe wolken-etende haai, en de wittebottenslang;                ginds boven is Theodosius die in een ster veranderde en het hoofd van Johannes de Doper dat in een ster veranderde en Li Po’s adem, een ster die dankzij zijn gedichten helderder wordt;                er zijn de twee poorten, de ene waarlangs de ziel afdaalt wanneer deze gereed is het lichaam te betreden, en de andere waarlangs bij dood de ziel opstijgt;                ginds bespringt een poema zijn prooi, en een gele draak beklimt de trappen van de hemel;                ginds boven is de geletterde vrouw, de frigide maagd, de klamme dochters en het hoofd van de vrouw in ketenen;                ginds is de dorstige kameel, de kameel die grazen wil, en de vrij grazende kameel;                ginds de doornenkroon of de kroon die Bacchus Ariadne als huwelijksgeschenk gaf;                kijk;                de navel van het paard, de lever van de leeuw, de ballen van de beer;                ginds is het rode hert Rohni, zo bekoorlijk dat de maan, hoewel ze zevenentwintig vrouwen had, alleen maar het hert genegen was;                ginds boven hem die de vijandelijke invallen aankondigt, het kind der wateren, de stapel stenen, de verheffing van de opgehoopte lijken, de al te minutieuzen, het droge meer, de zak kolen, de drie toezichters van de rechtmatige erfgenamen, de toren der wonderen, de omgegooide stoel;                ginds boven een stofwolk door een buffel omhoog geschopt, en de dampende adem van de olifant die in de wateren ligt die de aarde omcirkelen, en het troebele water dat wordt omgewoeld door een schildpad die langs de hemel zwemt;                ginds boven is de verbroken cirkel die een afgesplinterde schotel is, of een boemerang, of de opening van de holte waar de Grote Beer slaapt;                ginds boven de twee ezels die met hun gebalk een danig kabaal maakten en de reuzen afschrikten en zo met een plaats in de hemel beloond werden;                ginds is de duizendkleurige ster, de hand der rechtvaardigheid, de rechte vlakke weg;                ginds is de dubbele dubbel;                ginds het eethuis langs de weg;                ginds het zonneschermrijk;                ginds de hut van de herder, ginds de aasgier;                kijk: de wiekende windvaan;                ginds het kleine dat toeneemt;                ginds de hofhouding van god;                ginds het kwartelvuur;                ginds het schip van Sint-Petrus en de ster van de zee;                ginds:                kijk:                ginds boven:                de sterren.                                                                                                         


















This material is © Eliot Weinberger
Nederlandse vertaling © Kurt Devrese

Originele tekst: The Stars,
An Elemental Thing, New Directions, 2007

www.alligatorzine.be | © alligator 2010